ALGEMENE HANDEL IN IJZER - EN KOPERWAREN FIRMA J.A.P.B. ZUURDEEG, LATER ZUURDEEG’S HANDELMAATSCHAPPIJ
J.A.P.B. Zuurdeeg richtte in 1877 een ijzerwarenzaak op in Rotterdam, gedempte Botersloot 138. Na zijn dood in 1888 is de zaak overgegaan op de echtgenoot van zijn halfzuster Debora C.M.J., Louis Adriaan van Dalsum. Uit de notariële akte d.d. 8 oktober 1888 blijkt dat toestemming werd verleend voor het aanhouden van de naam Firma J.A.P.B. Zuurdeeg. Later is de zaak overgegaan op hun zoon Louis Adriaan Paul van Dalsum, geboren Amsterdam 16 maart 1884 en Paul Wilhelm van Dalsum, geboren Amsterdam 2 mei 1888. Wanneer de zaak is overgeplaatst naar Botersloot 120-122-124 is niet gevonden.
Op 29 april 1922 werd de akte verleden tot oprichting van de N.V. Zuurdeeg’s Handelsmaatschappij te Rotterdam, Gedempte Botersloot 122/124. De N.V. ving haar werkzaamheden aan met de overname van de zaken gedreven onder de Firma J.A.P.B. Zuurdeeg. Het doel der N.V. was de fabrikage van en de handel in machines, gereedschappen, ijzer- en metaalwaren, weegwerktuigen, installaties voor winkels en fabrieken, koelinrichtingen en ijskasten, winkelbenodigdheden, één en ander in de meest uitgebreide zin.
Het kapitaal bedroeg f 500.000,- waarvan geplaatst f 100.000,- en gestort f 50.000,-. Directeuren waren de twee bovengenoemden leden der familie Van Dalsum.
Advertentie Kroningsnummer Wereldkroniek september 1898.
Op 3 november 1926 werd bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Rotterdam ingeschreven de vestiging van een filiaal te Amsterdam, Korte Leidsedwarsstraat 58/62. Uit enkele hoofden van facturen blijkt dat het filiaal echter reeds in 1923 te bestond. Het werd per 1 januari 1929 opgeheven.
In 1933 werd het adres van de zaak gewijzigd in Grote Kerkplein 44, Rotterdam.
In 1943 trad L.A.P. van Dalsum af als directeur en werd commissaris. Het bedrijf kwam toen voor een belangrijk deel in Duitse handen.
Tweemaal in 1925 en in 1935 werden de statuten van de N.V. gewijzigd. Bij de laatste wijziging werd het kapitaal verminderd tot f 375.000,- waarvan geplaatst f 75.000 waarop gestort f 50.000,-.
Blijkbaar gingen de zaken door de crisistijd slecht; op 16 juli 1936 was het gestorte kapitaal toegenomen tot f 50.600. Bij besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders is de N.V. per 10 september 1936 ontbonden en daarna geliquideerd.
Tijdens de liquidatie moest nog een kapitaal worden bijgestort op de niet volgestorte aandelen. Op 9 augustus 1937 bedroeg het gestorte kapitaal f 56.000,-. Eind 1940 traden directeur P.W. van Dalsum en o.a. commissaris L.A.P. van Dalsum uit.
Eerst op 3 juni 1946 werd in het ondergenoemde handelsregister een opgaaf ingeschreven, dat de zaak met ingang vam 10 september 1936 is opgeheven. Aangever: Dr. J. Moser te Wassenaar als vereffenaar.
Bronnen: Ned. Staatscourant d.d. 1 juni 1922 nr. 106, bijvoegsel 1078.
Idem 28 sep. 1925 nr. 187, bijvoegsel 2222.
Idem 13 febr. 1935 nr. 31, bijvoegsel 375.
Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam.